Voorlopige aanslag of teruggaaf

De regels over belastingrente zijn de afgelopen jaren flink gewijzigd. Zeker in vergelijking tot de rente op een spaarrekening is de rente momenteel erg hoog, voor de Inkomstenbelasting minimaal 4% en voor de Vennootschapsbelasting zelfs minimaal 8%. U moet dus kritisch zijn op uw voorlopige aanslag of voorlopige teruggaaf.

De renteberekening vindt plaats vanaf 1 juli volgend op het belastingjaar. Wees daarom kritisch op uw voorlopige aanslag of voorlopige teruggave. Dient u vooral vóór 1 mei 2021 een verzoek in om een voorlopige aanslag over 2020 te betalen. Dan hoeft u geen belastingrente te betalen voor de belasting waar het om gaat.

Heeft u recht op een (voorlopige) teruggaaf 2023, dan krijgt u pas belastingrente vergoed als de (voorlopige) aanslag op of na 1 juli 2024 wordt opgelegd en de Belastingdienst traag is met het afwikkelen van uw verzoek tot teruggaaf. Hierdoor wordt in veel gevallen geen rente meer vergoed op een uitgestelde teruggaaf.